Page 7 - JudoContact_2019-02_HR
P. 7

In Londen waren de hoge verwachtingen een loodzware last
          op mijn schouders. Ik had naar de aanloop sterk gepresteerd
          en dat had bijgevolg een verwachtingspatroon van medail-
          lewinst gecreëerd. De mediabuzz bezorgde me enorm veel
          stress. Immers, de OS da’s zo speciaal, slechts om de vier jaar
          kampen tegen de allerbesten. De dag van mijn kamp is het
          daar door de stress wat misgelopen. In Rio daarentegen, was
          ik helemaal ontspannen en daar lukte het dus wel. De OS blij-
          ven een aparte competitie. Eenmaal geplaatst, kom je daar op
          de tatami en dan kan je meeknokken voor medailles.”

          Nu echter zorgt de kniekwetsuur voor een extra hindernis. Met
          de revalidatie is nog een lange weg te gaan. Niettegenstaande
          gaat Dirk voluit.

          “Bij de orthopedisch chirurg was het effen slikken. Misschien
          is dit wel het einde van mijn carrière vreesde ik eerst. Ik wou
          evenwel zo snel mogelijk onder het mes want ik wou niet voor
          de rest van mijn leven geen judo meer doen. Ik ben dan even
          naar buiten gegaan. Frisse neus ophalen en ben vervolgens
          terug bij de specialist binnen gestapt met de boodschap, zo
          snel mogelijk opereren! Ik kreeg dan de raad om mijn been
          eerst te trainen om achteraf een vlottere revalidatie te heb-
          ben. Ondertussen is de operatie achter de rug en ben ik nu
          aan het revalideren. De vooropgestelde streefdoelen van wat
          ik op welk tijdstip moet kunnen, wil ik halveren. In principe
          duurt het negen maanden vooraleer je terug kan sporten,
          maar daar wil ik de helft van afpitsen”, lacht Dirk.

          Het gaat echter niet snel genoeg naar zijn zin. Typisch voor
          een topsporter. “Je kan wel alles doen om zo goed mogelijk
          te revalideren, maar het fysieke genezingsproces an sich kan
          je niet versnellen. Als je merkt dat je kracht mist, kruip je in het
          krachthonk, mis je conditie, dan voer je de conditietraining
          op. Een kruisband kan je echter niet sneller doen vastgroeien.
          Die tijd moet ik dan respecteren … en da’s moeilijk”, geeft
          Dirk toe. “Ik heb een trainingsschema van de kinesist gekre-
          gen dat ik nauwgezet opvolg. Ik doe ook wel wat meer dan hij
          mij oorspronkelijk heeft opgedragen”, grapt Dirk.

          ’s  Ochtends zit hij op de fiets om los te rijden zodat zijn
          been opnieuw normaal werkt. “Ik ben wel geschrokken van
          de impact van deze kwetsuur en de operatie. Je moet haast
          opnieuw leren stappen. Je kan niet fatsoenlijk afrollen en die
          spieren werken niet meer zoals je eigenlijk wenst. Voor mij
          raar om te vatten aangezien ik dergelijke blessure nog nooit
          heb gehad. Ik probeer bijgevolg de routine van plooien en
          strekken er terug in te krijgen. In de namiddag voer ik dan de
          overige opgelegde oefeningen uit. Ik let evenwel dat ik niks
          forceer. Ik luister wel goed naar mijn lichaam. Immers, in het
          rood gaan werkt contraproductief.”
          Van plaats 42 naar 18 …

          “Ik wil terug naar dat topniveau waar ik op elk toernooi vecht
          voor een medaille”, aldus Dirk. “Ik probeer er terug te staan
          op het WK in Tokio. Da’s mijn streefdoel. Daar een superpres-
          tatie leveren, is echter moeilijk. Immers, het wedstrijdritme
          ontbreekt. Toen ik jonger was, had ik veel toernooien en de
          druk nodig. Met ouder te worden, heb ik die druk niet meer.
          De toernooien na het WK wil ik voor medailles gaan en tonen
          dat ik er echt wel voor wil knokken.”

                                                                                     JUDOCONTACT  2019-02  —  7
   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12